Wat een protest, toen het bericht kwam dat in de oude Stratumse Gerarduskerk een sportschool kwam. Een sportschool! En degenen die al in geen dertig jaar een kerk meer hadden bezocht schreeuwden moord en brand.

Daar kwamen wij rap van terug.

Nog nooit zo fijn getraind als in onze sportschoolkerk. Aan het plafond, minstens op tien meter hoogte, kun je bij binnenkomst de oogverblindende kroonluchter niet missen. Wil je geloven dat ik me verlicht voel, als ik tijdens de buikspierles onder de armatuur mijn belly van Jetje geef?

Kijk rond in onze kerk. Overal apparaten, gewichten, ballen, steps, vriendelijkheid, alles. Daar lijkt niks kerkelijks aan en toch ademt alles er kerk. Het maakt een halfuurtje extra trainen, of nóg een oefening terwijl je eigenlijk al klaar was, niet erg. Onze kerk gaat over lichaam en geest, niet over tijd.

Omdat bij bescheidenheid geen hoogmoed past, vind je in onze kerk nauwelijks spiegels. Bovenin zie je de lege nissen waarin vroeger de heiligenbeelden stonden. Onder elke nis staat de naam van de doelgroep waarover de heilige zich kennelijk ontfermde: ontheemden, armlastigen, hongerenden, barmhartigen. De marketing van de oude kerk in al zijn glorie.

Er is in de jaren weinig veranderd. We zijn nog steeds zoekend. ’t Is natuurlijk niet voor niets dat het aantal leden van onze kerk stijgt. Dat we mogen vinden wat we zoeken, bidden we tijdens de burpee.

Buitengewoon interessant aan onze oude kerk vond ik vroeger Jezus’ kruisweg. Zijn laatste reis naar Golgotha, vastgelegd in veertien weergaloze staties. Maar net als de beelden zijn ook deze schilderijen verdwenen.

En hoewel je sportschoolleed natuurlijk nooit mag vergelijken met het leed van onze Grote Voorganger, voor wie we het uiteindelijk allemaal doen, kan ik zeggen dat een rondje langs de apparaten soms ook als een privé kruiswegje voelt. Een kleintje dan toch.

Natuurlijk blijft ‘t jammer dat ons erelid ontbreekt. Jezus is en blijft ons grote voorbeeld. Bezocht ik in mijn jeugd de kerk, dan was hij er wel: prominent voorin hing hij, aan een houten kruis, onder hard spotlicht. Te mooi om waar te zijn was hij, met prachtige biceps, sterke borstspieren, goede benen en een sixpack. Een killerbody avant la lettre. Daar konden wij, wilden wij, niet omheen.

Erelid Jezus is ons aller voorbeeld. Geef ons heden zijn body. Dus waken wij ervoor om nog eens van ons geloof te vallen. Gaat ons niet meer gebeuren. Wij bezoeken de kerk vaker dan ooit.