Na jaren van clandestiene ondergrondse knipbeurten buiten het spiedend oog van de fiscus om zit ik vanochtend voor het eerst weer eens in de stoel bij de Warme Kapper.

Gezellig hoor, de Warme Kapper. Om mij te behoeden voor dwarrelend loof speldt de kapster mij een doek om. Heel mijn torso past erin, dat belooft. Heel wat anders dan het gepruts met theedoek en wasknijper bij de thuiskapster. Ik word voorzien van gratis koffie en kijk, we gaan los. De kapster, op dit moment al wettelijk gezien ‘Mijn Kapster’, zelfs ‘Mijn Warme Kapster’, begint haar Zwanenmeer rondom mijn tot op het allerhoogste niveau (!) opgekrikte stoel.

Lastig is dat, koffiedrinken tijdens het knippen. Wanneer neem ik mijn nipjes? Het is als stijldansen; je moet precies weten wat jouw partner, in dit geval Mijn Warme Kapster, wil. Dat moet je aanvoelen: stilzitten, slok, sluit. Maar zoveel ervaring heb ik niet, met kappen noch stijldansen. Intussen mokt mijn koffie in zijn kopje, afkoelen als het doet zonder gloedvol slokjes te mogen wegschenken.

Gelukkig gaat daar de kapperstelefoon. Mijn Warme Kapster staakt haar uitvoering. Daar lonkt een prachtkans, misschien wel de enige, op een paar hartversterkende slokjes. Eerst maar eens de losse haren van het doek kloppen. Die hebben zich daar en masse verzameld, zo constateer ik tevreden. Het mooie werk schiet op.

Ging het bij Mijn Warme Kapsters balletuitvoering van knipperdeknip, gaat het bij mij nu van klopperdeklop. Myriaden haren en lokken worden gevangen in het hemelse strijklicht dat vanochtend het interieur van de Warme Kapper streelt, en dat raakt mij diep. Ik raak ontroerd, klop en strijk en pardoes belandt een forse lok grijsblond precies in mijn kopje. Het publiek juicht Goal! in mijn halfaffe hoofd.

Tien minuten later tik ik onder mijn nieuwe hoofd zestien euro af. Mijn Warme Kapster heeft knap geknipt, concludeer ik spinnend. Op het kapperstafeltje wacht mijn koffie op een roemloos einde door de afvoer. Want koffie met haren, ook als zijn ze van jezelf, dat drinkt niet lekker. Het koekje ligt op de rand van het schoteltje onberoerd collateral damage te wezen.

Knipperdeknip en koffie gaan bij de Warme Kapper niet samen. Maar wat wél goed samengaat, zo heb ik tijdens de warme knipbeurt bedacht, is knipperdeknip en slobberslobber.

Waarom geen milkshake in plaats van koffie? Je weet wel, met zo’n strak dekseltje en een rietje door zijn kruisjegaatje. Een gegarandeerd haarvrije ‘muur’ voor haren: no hairs allowed beyond this point. Bij binnenkomst krijg je hem van Jouw Warme Kapster. En nu komt het slimme: de smaak die je krijgt is afhankelijk van je haarkleur. Bij hoogblond krijg je vanille, bij donker haar chocoladesmaak. Roodharigen krijgen aardbei. In principe dan he.

Zo verwordt de Warme Kapper tot multiculturele krachtmiddenstander waar haarkleur meetelt. Zo’n Warme Kapper heeft toekomst. Met z’n allen milkshakes slobberen tijdens het stilzitten, als gelijkgestemden zoete zuigjes en koetjes en kalfjes uitwisselen en voor je het weet: bam, wereldvrede. Heeft iemand daar ooit al aan gedacht?

Foto: Adam Winger – Unsplash