Op het terras bij de Wilhelmina schuift aan het tafeltje voor ons een man aan. Een stamgast, ik ken hem. Voor de gelegenheid heeft hij zijn hond meegenomen. Een kwetsbare witharige met bleek tandvlees van troosteloos signatuur is het, hoog op de poten met hier en daar bange plekken.

De gast is op leeftijd. Maar de ouderdom van het beest, daar komen wij zo een-twee-drie niet uit. Ingrid, toch meer de hondenkenner van ons tweeën, doorbreekt de impasse. “Tja”, zegt ze, de hangende tepels onder het dier peilend, “het kan een oud beestje zijn, of juist een jonge die net jonkies heeft gehad.”

Maar dat laatste, dat het een jong dier zou zijn, lijkt me onwaarschijnlijk. Bij de Wilhelmina zijn al jaren geen jonge honden meer aangeschoven.

Foto: Couleur – Pixabay