Eigen werk

Ik ben óm

By 13 juni 2012juni 29th, 2020No Comments

Sorry mensen maar ik geef het stokje door. Ik piep er tussenuit. Nu of nooit. Dat wil zeggen: over twee jaar. Dan vindt u mij voortaan in een royale woonoase nabij Utrecht. Tenminste, als ik dan nog door u gevonden wíl worden. Dat staat nog te bezien.

Ieder heeft recht op zijn portie geluk. Laatst was het eindelijk mijn beurt. Het wil namelijk dat ene mijnheer Heiko Gorter het heeft behaagd mij te selecteren voor zijn royale Park Bloeyendael. Dat wordt gerealiseerd op een recent ontdekt ongerept groen ergens tussen de A27 en de A28, daar waar het fijnstof nog niet is neergedaald. Waar de hertjes nog dartelen, de merels hun mooiste lied nog zingen en de eekhoorntjes nog rond eh… sprokkelen. Dat meldde hij via een fraai drukwerkje dat onlangs bij mij op de mat viel. Ik was óm.

U zult het niet geloven – ik ben ook geenszins van plan u de ogen uit te steken – maar over een tijdje resideer ik op een steenworp afstand van alles wat mijn hartje begeert. Ik noem: ’s Rijks wegennet, uitgestrekte wandelbossen, de golfclub en andere sportverenigingen, kantorenparken, de basisschool (straks voor mijn kinderen), de universiteit (straks voor mijn kinderen), hartje Utrecht, ja zelfs de bushalte van het AZU WKZ ligt binnen handbereik. Wat dat laatste is weet ik nog niet precies. Daarvoor trek ik Gorter nog aan de mouw. Laat ik het u allemaal uitleggen.

Het begon met een hoogstpersoonlijk drukwerkje dat de postbesteller van de week bezorgde. “Nagenoeg gereed: een royale oase aan de rand van Utrecht!”, watertandde het. Niet zomaar een drukwerkje! Zwaar papier in kleurendruk, afgewerkt met een indrukwekkende glanzende laklaag die lezen onder de halogeenlamp zonder zonnebril onmogelijk maakt. Op de voorkant prijkt fier het vignet van Bloedendael: een dichte poort met dikke spijlen. Indrukwekkend én veilig. Verder op de voorkant nog een nachtelijke foto met wat lijkt op een keizerlijk paleis met fraaie vuurwerkbloemen erboven. Binnenin toont het boekje tal van woningen in allerlei klassieke stijlen. Hoge, zwaar overstekende dakranden en forse gevelpartijen laten zien dat de bewoner het heeft en laat hangen. Gorter’s boodschap werd tijdens het lezen allengs duidelijk: “Bij ons op Bloemenkwaal draait het om klasse en daarbij kunnen wij u, mijnheer Frencken, goed gebruiken.”

Mensen zie je niet zoveel in de impressietekeningen in het boekje. Dat kan ik goed begrijpen, want wij Brakenboeiers willen niet zomaar iedereen over de vloer. Alhoewel, op de laatste pagina zie ik, heel klein, iets wat op mij voorkomt als een mantelzorger die een aan dementie lijdende oudere jongere begeleidt richting het victoriaans aandoende zorgcentrum. Een goed gevoel geeft mij dat, dat Gorter een zorgcentrum wil herbergen op zijn oase. Aan zijn bedoelingen hoeven wij niet te twijfelen en dat maakt mij warm. Ronduit heet kreeg ik het bij de volgende pagina, waar een blonde dame in een kort rood cocktailjurkje mij uitdagend toezwaait vanaf haar riante balkon: “Hellóóóóó there!” Eenmaal opengeslagen begreep ik pas goed de praktische functie van alle laklagen, die het kostbare papier tegen druppelend mondvocht beschermen. Sjapoo voor Gorter, de goocheme vogel.

Sorry mensen, maar ik weet niet of ik u nog wel wíl zien, daar waar ik straks resideer. Op Koeienvael komen namelijk alleen nog mensen met goede bedoelingen. Dat wordt een no go voor racende scooters, zoals Gorter ons in zijn boekje op het hart drukt. Bewoners zullen hun auto daar veilig kunnen parkeren zo lees ik, in de behaaglijke wetenschap dat die niet door spelende kinderen beschadigd zal raken.

Kijkt u alleen maar eens naar ons vignet met de afgesloten toegangspoort en de diepe gracht (krokodillen) die ons park omzoomt. Daar zijn wij namelijk heel duidelijk in, wie wij wel en niet op ons landgoed wensen. Zeker in deze tijd. U bent vrij om langs te komen voor een biertje en een pizza, maar wees gewaarschuwd: meld u zich vooraf bij onze conciërge. Vooral ’s avonds. Ik mag u ook aanraden met een goede reden langs te komen. Een reden als “filmpje kijken” of “nou gewoon hangen” kan dan onvoldoende blijken. “Ik dacht ik was in de buurt” zal dat zeker zijn. Dat betekent onherroepelijk omdraaien. Geen geldende identificatie op zak? Dan laten wij Boerendealers onze fraaie klinkers niet onnodig vervuilen. Gelukkig vindt u de A27 terug naar huis op drie minuten afstand. Een steenworp.

Ik hoop dat ik tegemoet kan komen aan Gorter’s hoge eisen. Van hem moet ik namelijk mijn tuin bijhouden, zo zegt hij. Want ongeordende tuinen, daar gruwen wij Boekenballers van. Puntje van aandacht: als ik het goed lees moet ik mijn voordeur open laten staan, gewoon omdat dat kán. In hoeverre de Vereniging van Eigenaren mij hiertoe verplicht – ik houd nu eenmaal van een dichte voordeur, noem mij een rare – hoor ik graag nog van Gorter. Ik krijg glasbewassing en mijn huis zal jaarlijks worden geschilderd door een schilder. Let wel: van Nederlandse komaf, zo belooft hij. Logisch, want Nederlanders kunnen pas echt schilderen, zo leert de geschiedenis.

Al lezende kreeg ik het vermoeden dat de functie van conciërge nog niet is ingevuld. Maar hiervoor zal ik mijn aardige Marokkaanse buurman die tijdelijk zonder werk zit eens polsen. Die is namelijk geknipt voor dat baantje en dat zal Gorter heugen. Maar het allermooiste is dat Boerendeal mij nauwelijks een cent kost, een paar maar! Gorter heeft mij dat allemaal voorgerekend. Laat ik u dat ook doen.

Boeienkwael gaat uit van een bijzonder inzicht waarop onze economie geen vat heeft. Ik kan daar geen speld tussen krijgen. Huizenmalaise? Daar lachen wij om. Gorter, de slimmerd, heeft bedacht dat wij, hij en ik, er samen bést uitkomen. Hij is bereid mijn woning te kopen tegen een mooi prijsje waarover wij beiden het eens gaan worden. Op het moment dat ‘Paranimf’, zoals Gorter mijn toekomstige residentie nu al liefkozend betitelt, klaar is, trek ik er in en neemt hij de hoop stenen waaronder ik thans vertoef, over. Dat is allemaal broekzak vestzak en dat bevalt mij best. Het enige dat mij nog rest is een beetje bijbetalen voor Paranimf. Kwaliteit kost, maar gelukkig kan ik nog wat sparen. Dat komt allemaal prima in orde. Daar komen mijnheer Gorter, ik en de bank best uit.

Mocht u nou ook interesse hebben in Park Boevendal, laat het dan even weten. Gorter en ik worden namelijk vrindjes, dus ik kan een goed woordje doen voor u. Op de fairway of op de green, op minder dan een afslag afstand van Paranimf. Ga ik proberen voor u een hole-in-one te slaan! Maar reageer snel want u weet hoe dat gaat: vol is vol.

Ik ben óm – Ronald Frencken