Eigen werk

Drie keerden terug

By 22 februari 2012juni 29th, 2020No Comments

Nou gaat iedereen natuurlijk zeggen dat ik me er niet druk over moet maken. Dat dat niets oplost bla bla sus sus. En natuurlijk heeft u wel een beetje gelijk. Ik weet ook best, alsdat, dat bijna iedereen er wel eens mee te maken heeft gehad en op zijn of haar neus heeft gekeken.

Weet u, 30, 40, 60 het maakt niet uit. Maar om kwart voor twaalf ‘s avonds nog op onze neus kijken, dat is andere koek. Want per saldo betekent dat, ik weet dat nu al, dat ik dus met mijn verkeerde been IN bed zal stappen. En, dientengevolge, morgen er ook weer met het verkeerde been UIT! Dus dank u de koekoek voor uw medeleven maar evengoed maak ik me er dus wél druk over.

Kijk, dat ik morgen de hele dag ongepaard de dag door moet – van onderen dan toch – dat is niet zo erg. Want tja, wie niet weet dat niet deert en de lente is nog jong, er zijn wolken voorspeld en mijn beste korte broek is toch niet voor het mooie kantoorwerk geschikt. Dat wil niet en is carrièretechnisch een slechte zaak. In die staart zit hem ook niet het venijn. Waar dan wel, wilt u weten? Nou gewoon: dat wij, u dus, ik en ons allen, het gewoon niet weten! We willen het wel weten, maar eerder nog lossen wij prangende vragen op in de atoomwetenschap of iets over de komeet Halley dan dat wij het zoeken in de huishoudkunde. Dat is namelijk niet ‘sexy’, zeggen we dan.

Maar moet het altijd dan altijd per se sexy? Gaat het altijd om de mooie sier? En als ik u nu eens zeg dat er maar drie uitkwamen vanavond? Geen twee, geen vier en zeker geen zes, maar een ferme oneven DRIE. Oké oké, ik hoor het u al zeggen met uw slimheid en met uw ene oog een beetje toegeknepen: ja maar hoeveel zijn er dan IN gegaan mijnheertje? Dan, lief mens, moet ik u het exacte antwoord schuldig blijven. Mea culpa. Maar hoeveel zegt dat nou eigenlijk? Wilt u mij wel geloven als ik zeg dat ik elke dag fris gepaard over straat ga en het paartje elke dag na gedane arbeid liefdevol getweeën in de wasmand gooi. Dat ik dan het hele bundeltje ineens oppak en het zo in de machine stop, hoppa samen met shirts, onderbroeken, handdoeken, zonder aanziens des soks: lieve mensen dat kunt u mij toch niet kwalijk nemen?

Ik weet niet hoe het met u was maar bij mij gebeurde het voor het eerst toen ik een jaar of enige stuks was. De maat weet ik niet meer, kleur is ook al naar mijn verdrongen onderbewuste geschoven maar wat telt was dit: er kwam niet uit wat ik erin had gedaan! De pest is gewoon dat het altijd weer een zware dobber in je gezicht is. Denk je dat je het na een lange periode paartje erin-paartje eruit wel zo’n beetje gehad hebt, ik noem 1, 2 of 3 jaar (of langer!), komt het toch ineens weer terug. Zojuist zelfs heftiger dan ooit! Ik vrees, nee wéét, dat er van slapen niks zal komen.

Toegegeven, ik heb nog wel witte, van het sporten, en ook gepaarde bruine en crèmekleurige maar my precious blauwe of zwarte sokken, nee die pijp gaat morgen linea recta naar Maarten. En blauwe of zwarte wilde ik juist zo graag aan mijn voeten. Gottegot. Ach weet u, ik zou het zo erg allemaal niet vinden, als er nou maar eens een einde zou komen aan het grote mysterie der mensheid. Maar dat gaat u en ik niet lukken. Ik betwijfel of er iemand is die het raadsel(m)achtig wordt. Want als er nu toch drie paar sokken in de wasmachine gaan, een paar lichtblauwe, een paar donkerblauwe en een paar zwarte, hoe kan het dan dat er na twee uur tuimelen op 30 graden er maar drie enkele sokken uitkomen?

Drie keerden terug – Ronald Frencken