Eigen werk

De zitkuil van de verwende Badjasser

By 14 maart 2011juni 29th, 2020No Comments

Eigenlijk zit hij best lekker. Dat is mijn conclusie na weer een avondje snacken voor de tv. De pasvorm is perfect en zeker na een dag noeste arbeid blijkt het badstof weldadig voor de vermoeide huid. Als ik had geweten dat het dragen van een badjas zo ontspannend was, had ik er jáááren geleden al een gekocht. Maar het is mijn allereerste. Lekker lekker.

Als ik zou zeggen dat mijn badjas donkerblauw was, zou ik hem beslist tekortdoen. Liever zeg ik: kobaltblauw. Hij is heerlijk zacht. Op de borst prijkt stijlvol een wit embleem: Fitness First. Mijn badjas komt namelijk van de sportschool. Drie weken geleden was mijn badjas de inzet van een felle onderhandelingsstrijd tussen Mike en ik. Mike is de commerciële medewerker van de sportschool. Aan niets vermoedende passanten met overgewicht slijt hij fitnessabonnementen. Om die aandrang bewonder ik Mike zeer.

Ook ik was laatst zo’n passant. Zonder overgewicht weliswaar maar mét het gevoel dat een beetje meer beweging op zijn tijd geen kwaad kan. Dat Mike een pluim verdient voor zijn onbaatzuchtige werk bleek, toen hij mij een aanbod deed dat ik niet kon weigeren. Voor een te verwaarlozen bedrag mocht ik zo vaak fitnessen als ik wilde, deelnemen aan gezellige groepsworkouts en mij koste- en schaamteloos laven aan zoetige drankjes en schalen vol exotisch fruit. De grote ogen van puur ongeloof die ik bij zijn aanbod opzette moet Mike hebben aangezien voor teleurstelling, want prompt deed hij er speciaal voor mij nog een badjas bovenop ook!

Intussen zijn we drie weken verder. Drie weken badjassen heeft de kwaliteit van mijn huiselijk leven enorm verbeterd. Met de badjas is het al net als met een afwasmachine of een wasdroger: heb je er eenmaal een in huis, dan wil je niet meer zonder. Ontspanning heeft bij mij een nieuwe dimensie gekregen. Ik badjas zelfs nu, tijdens het schrijven. Maar dat merkte u natuurlijk al aan het hoge literaire niveau van dit Stuk.

Langdurig badjassen laat natuurlijk sporen na. Zo ben ik laatst gesignaleerd op de zaterdagmarkt, mompelend badstofjes voelend bij de textielkraam. En op mijn werk begint vanaf een uur of vier in de namiddag een leeg en verdrietig gevoel aan mij te knagen. Ik moet dan naar huis, badjassen. Thuisgekomen gris ik mijn kobaltblauwe kameraad van het slimme haakje dat ik inmiddels aan mijn kledingkast heb bevestigd. Omslaan, dichtknopen, diep in- en uitademen en ik ben weer klaar voor de avond.

Mijn badjassen heeft sporen achtergelaten die ik niet helemaal kan rijmen met de trainingsvoornemens die Mike en ik samen maakten. In mijn bank is inmiddels de typische, met stukjes chips en borrelnootjes bezaaide kuil verschenen; de zitkuil van de verwende Badjasser. Verder staan mijn salontafel en aanrecht vol met lege glazen, flessen, schaaltjes en verpakkingen. Want o zeker, badjassen verleidt tot snacken. Maar op de sportschool heeft men mij nog niet waargenomen. Niet bij de krachtapparaten, niet in de cardiohoek en niet bij de spinning of de zumba. Mike schrijft elke maand een eurootje of veertig af van mijn rekening. Daarvoor mag ik trainen zoveel ik wil, met of zonder badjas. Toch ben ik bang dat het er niet van zal komen. Of ik dat niet zonde vind van het geld? Helemaal niet. Ik badjas liever dan dat ik fitness. Ik begrijp nu heel goed waarom er maar zo weinig mensen aan het trainen waren, laatst bij het inschrijven. Dat badjast allemaal heerlijk thuis op de bank bij een biertje en een nootje, in de badjas van Fitness First. Fitnessen en badjassen: nee dat gaat niet samen.

De zitkuil van de verwende Badjasser – Ronald Frencken